Joost van den Vondel
Vondel gaf overal zijn eigen mening over en dit schreef hij ook op veel gebeurtenissen uit de Gouden Eeuw heeft hij becommentarieerd.
Vondel trok zich van niemand iets aan en deed wat hij zelf wilde.
Leg uit hoe het kon dat een beroemd auteur als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde auteurs gemakkelijk van hun pen kunnen leven.
Toen Vondel kousenhandelaar was verdiende hij goed. Maar toen ging hij failliet en kreeg hij een baantje bij de Amsterdamse Band van Lening. Nu verdiende hij niet zo veel en ook kochten er niet veel mensen in die tijd boeken waardoor hij er niet van kon leven.
Zoek zelf achtergrondinformatie bij het gedicht Het stockske.
a. Welke gebeurtenis wordt hier door Vondel beschreven?
Er wordt hier een gebeurtenis ui 1619 beschreven. In dit jaar werd het leven van Johan van Oldenbarnevelt, een raadspensionaris van de Staten-Generaal beëindigd.
b. In het gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt Vondel deze techniek?
Vondel gebruikte metaforen om personen en gebeurtenissen uit de werkelijkheid uit te drukken in personages.
c. Welke boodschap wilde hij met het gedicht geven?
Dat een andere partij schuld had.
Nadat Oldenbarnevelt werd onthoofd in 1619 beschuldigde Vondel in het toneelstuk ‘Palamedes oft Vermoorde Onnooselheyd’ de tegenstander (prins Maurits van Oranje Nassau) van Oldenbarnevelt van landverraad
d. Kun je het stokje tegenwoordig nog ergens bekijken?
Ja, dit kan in het Rijksmuseum te Amsterdam bekeken worden.
Pieter Corneliszoon Hooft
Hooft wilde dat Nederland ook de kunst van de renaissance zou gaan leren kennen. Daarom focuste Hooft op de modernisering van de Nederlandse literatuur toen hij terug kwam van Italië en Frankrijk naar Amsterdam.
Hooft probeerde mensen een betere kijk te geven op poëzie met zijn emblematiek
Hooft wilden duidelijk maken dat het landsbelang boven eigen belang stond en dat de ondergeschikte goed moet worden behandeld.
Lees het Deuntje, op deze pagina, dat begint met ‘Als Jan Sijbrecht zou belezen’.
a. Omschrijf kort (in maximaal 100 woorden) de rol van Jan en de rol van Sijbrech in dit lied.
Dit liedje gaat over een relatie die niet helemaal goed meer gaat. Sijbrecht en Jan zijn man en vrouw. Sijbrecht is nog steeds heel erg verliefd op Jan, maar Jan weet het niet meer zo goed. Ze schreeuwen veel tegen elkaar en Jan wil er eigenlijk mee stoppen, maar ook weer niet want ze zijn elkaar geliefdes.
b. Leg uit wat Jan en Sijbrecht bedoelen met de refreinregel ‘Reine liefd’ kan niet vergaan’.
Hiermee wordt bedoeld dat als de liefde echt puur is deze niet kapot kan en je bij elkaar moet blijven door dik en dun.
Ga naar http://home.hetnet.nl/~corpetrus/dichters/FrancescoPetrarca.htm en lees sonnet 134 en sonnet 292.
a. Vergelijk deze sonnetten met ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’ van P.C. Hooft, dat in het Terzijde bij deze pagina (Hooft op vrijersvoeten) is opgenomen). Zie je overeenkomsten of verschillen?
Toen wij de sonnetten gelezen hadden merkten we 1 overeenkomst op, ze gaan alle drie over de liefde.
b. Voldoen de sonnetten aan de algemene regels die op de literatuurgeschiedenispagina ‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’ gegeven worden? Geef argumenten voor je antwoord.
De regels die worden gegeven voor een sonnet zijn; het moet 14 regels bevatten, een bepaald rijmschema en een wending in het verhaal. Deze wending is meestal na de eerste 8 regels. Wij vinden dat de sonnetten hier wel aan voldoen, want ze hebben inderdaad allemaal 14 regels. Het enige is dat sonnet 134 geen twist bevat na de achtste regel en dus eigenlijk niet helemaal voldoet.
Opdracht 1
Onderzoek via allerlei naslagwerken, maar zeker ook via internet, het komische toneel van de zeventiende eeuw. Geef de namen van auteurs, stukken, uitgevers en verschijningsdatum. Vermeld je zoekstrategie. Zorg voor een lijst van minimaal tien stukken. Het doel is een uitputtende opsomming van alle stukken die bij het komisch toneel horen. Omschrijf daarbij wat jij tijdens jouw onderzoek onder komisch toneel hebt verstaan.
(Van een aantal stukken is de uitgever niet zeker of niet bekend.)
Auteur | Stukken | Datum | Uitgeverij |
Gerrit Hendricxsz van Breughel |
- Cupido's Lusthof einde van amoureuse Boogaert -Boertige kluchten |
1613 1613 |
Cloppenburch voor L. E. Bosch |
Jan Janzsoon Starter |
- Wthegheven by de Nederduytsche Academi - Timbre de Cardone |
1618 1618 |
Friesche Lusthof |
Johannes Frederik Haverman | -W.D. Hooft en zijne kluchten | 1895 | ‘s Gravenhage |
Abraham Bormeester | -A. Bormeesters Zijtje Fobers | 1647 | Alleen gedrukt voor de liefhebbers, na de orginele kopie. |
Pieter Bernagie |
- De Huwelyken Staat - De belachelyke Jonker - Het studente-leven |
1684 1684 1684 |
|
Jillis Noozeman |
-Lichte Klaartje -De berooide student -Bedrogen dronkaard |
1645 1650 1650 |
Bert Bakker |
Willem Godschalck van Focquenbroch |
-De verwarde jalousy, Blyspel -Klucht van de weyery -Klucht van Hans Keyenvresser -Thalia, of geurige sanggodin |
1663 1665 1665 1665 | Willem Godschalck van Focquenbroch |
Thomas Assselijn | -De kwakzalver | 1692 | Van Gorcum |
Ysbrand Vincent |
-Pefroen met het schaapshoofd -Det leevendige doode |
1691 1716 | Uitgeverij Te Amsterdam |
Pieter de la Croix | -De meid juffrouw | 1685 | Zomer&Kreuning |
Willem Ogier |
-Droncken Heyn -Dit spook -De gramschap -Haet en Nydt |
1742 | A Olofzen in de Gravestraat in ’t Wit gekroont Musiek-boek |
Joan de Grieck | -Het Brussels klucht tooneel | 1700 | Bert Bakker |
Constatijn Huygens |
-Trijntje Cornelis -Zedeprinten -De uytlandighe herder -Zee-straet |
1657 1624 1623 1667 | Prometheus/Bert Bakker |
Gebrand Adriaanszoon Bredero |
-De klucht van den Molenaer -De klucht van de koe -Symen sonder Soeticheydt -Den Molenaar |
1613 1612 1619 1613 |
Meulenhoff Zutphen Zutphen |
Samuel Costers Teeuwis de Boer |
-Isabella -Boereklucht -Duytsche Academi -Warenar |
1612 1612 1619 1617 |
De Arbeiderspers De Arbeiderspers |
Pieter Langendijk |
-Don Quichot op de Bruiloft van Kamacho -De zwetser -Het wederzijdse huwelijksbedrog -Quincampoix of de windhandelaars |
1711 1712 1713 1720 |
Thieme Zutphen Malmberg Den Bosch Uitgeverij Taal & Teken By de erven. |
Gerit Komrij |
- Ik heb goddank twee goede longen - Fabeldieren -Averechts -Tutti-frutti |
1971 1975 1980 1972 |
Meulenhoof De Harmonie De Arbeiderspers De Arbeiderspers |
Gerard Reve |
-Terugkeer -Tien vrolijke verhalen -Commissaris Fennedy -De taal der liefde |
1940 1961 1962 1972 |
Uitgeverij Conserve Van Oorschot Van Oorschot De bezige Bij |
Zoekstrategie: wij hebben gebruik gemaakt van het internet, voornamelijk van de informatie die op literatuurgeschiedenis.nl staat.
Komisch toneel: word ook wel blijspel genoemd. Het is een theaterstuk met als doel het publiek te amuseren en vermaken.
Opdracht 2
Leg uit wat een puntdicht is en geef twee voorbeelden uit het werk van Huygens
Een puntgedicht is een heel kort gedichtje, een snel gedichtje met een geestige gedachte. Twee voorbeelden uit het werk van Huygens zijn ‘Drucker’ en ‘Quacksalver’.
Drucker
Van 'tKeiserlicke Hof tot de Schaepherders Kluijs
Tracht ijeder vred' en vreughd en vrijheit te gewinnen;
Ick ben de man alleen van averechtse sinnen,
Die staegh om perssing en om druck wensch in myn huijs
Quacksalver
Ick steeck mijn' stouten voet in der Doctoren Schoen,
En danss'er met voor 'tvolck, soo dat het oude seggen
Door mijn' vertieringen licht is om wederleggen:
Wat dunckt u, Boeren, is 't met seggen niet te doen?
Opdracht 3
Schrijf twee originele puntdichten
Gedicht 1:
Volgroeiing
Daar sta je dan;
Groot en volgroeid;
Als een echte volwassen man;
Met een slimme kop;
En een hart van goud;
Alsof mijn broer nooit veranderd is;
En de tijd gewoon heeft stil gestaan.
De gedachte van dit gedicht is, is dat je veel van je bijvoorbeeld, in dit geval, van iemand kan houden. Gedicht 2:
Tijd
Zo sluw als een vos:
Telkens weer een seconde voorbij
Nooit meer het oudste;
Nooit meer het jongste;
Tijd tikt, gaat verder;
Net als het leven.
Dit gedicht gaat over de tijd; over dat er dingen voorbij gaan en dat je moet genieten, want tijd vliegt, gaat heel snel.Waarom Vondel , Huygens en Hooft nog steeds interessant gevonden worden binnen de Nederlandse literatuur
Zowel Vondel als Huygens als Hooft bracht vernieuwing in de schrijfwereld. Alle drie hadden ze iets vernieuwends wat ze dan ook anders maakte dan de rest in die tijd.
Joost van den Vondel bijvoorbeeld, hij deed wat hij zelf wilde en dus ook toen hij een verhaal schreef, in dit verhaal ging hij in tegen de koning, dit was hoogst ongebruikelijk in die tijd. Huygens was de eerste die begon met kluchten (komische verhalen/toneelstukken). Pieter Corneliszoon Hooft streefde naar modernisering en hij praatte over hoe het volk behandeld zou moeten worden door het bestuur. Ze wilden dus verbetering van de literatuur en eerlijkheid voor de burgers. Dit maakt ze nu nog zo interessant, omdat niemand dit ooit deed omdat dat in die tijd niet werd getolereerd. Ook waren ze niet bang over wat anderen over hun dachten, ze deden wat zij dachten dat goed was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten